De helden van het Land van Cuijk (19): Jan de Quay
Exclusief voor deze Vakantiebeurs maken we een serie van 21 verhalen over de helden van het Land van Cuijk. Elke dinsdag publiceren we een nieuw kort verhaal over een man of vrouw, een gebeurtenis of een plek waar je gerust het stempel ‘held(haftig)’ op mag plakken.
Deze week aflevering 19: minister-president Jan de Quay uit Beers.
De een vond hem een vriendelijk en bekwaam bestuurder die door zijn dadendrang geliefd was bij het gewone volk. De ander noemde hem ‘naïef’. Biograaf Cees Meijer schreef ooit over de voormalig minister-president: “De Quay nam zijn werk en taak serieus en voelde zich verantwoordelijk. Hij ging ervan uit dat alle hooggeplaatsten moreel hoogstaand zijn, zich aan regels en afspraken houden. Op dat punt was hij wellicht goedgelovig.”
Zelf zei De Quay daar over: “In de politiek moet men voorzichtig zijn, en dat ligt mij niet”. Het was ook daarom dat hij later, bij tal van gelegenheden, liet doorschemeren premier ‘tegen wil en dank’ te zijn geweest.
De Quay was ook maar één periode de politieke baas van het land. Van 1959 tot 1963 leidde hij het eerste nationale kabinet zonder inbreng van socialisten. Het was geen gemakkelijke tijd. Bekend is de bouwcrisis in 1960 die cabaretier Wim Kan inspireerde tot het schrijven van het oudejaarslied “Lijmen, Jan”. Dat een bewindspersoon, de premier nog wel, daarin met zijn voornaam werd aangesproken was in die tijd heel bijzonder. Het kabinet De Quay haalde desalniettemin de eindstreep – en dat werd vooral toegeschreven aan zijn vermogen om mensen bij elkaar te brengen én te houden.
De Nederlandsche Unie
Zijn benoeming, vier jaar eerder, was niet zonder slag of stoot gegaan. Door politieke tegenstanders van De Quay werd gewezen op zijn betrokkenheid bij de Nederlandsche Unie. Die beweging was in de eerste oorlogsmaanden ontstaan met het doel te 'arbeiden voor het behoud en de versterking van vaderland en volksgemeenschap en tot voorbereiding van de voorwaarden en de wegen van hun bestaan en welzijn in de toekomst'. Haar oorspronkelijke populariteit dankte de Unie aan het feit dat veel Nederlanders, in die onzekere periode van het begin van de Duitse bezetting, er een tegenwicht tegen de NSB in zagen. De Nederlandsche Unie werd aanvankelijk ook gedoogd door de Duitsers en werd niet veel later, naast de NSB, de enig toegestane politieke beweging in het bezette Nederland. De beweging ging uiteindelijk ten onder aan het feit dat ze steeds meer de spreekbuis werd van diegenen die meenden dat de bezetting een feit is waar je niet omheen kon. Toen de Unie zich bovendien in toenemende mate verplicht zag zich loyaal aan de bezetter te gedragen, haakten steeds meer sympathisanten af.
De Quay zelf werd begin 1942 gevangen gezet in Sint-Michielsgestel. Daar knoopte hij betrekkingen aan met politieke voormannen uit tal van verschillende bewegingen. In dit gezelschap – dat later bekend werd als de Heeren Zeventien – werden besprekingen gevoerd over de gewenste politieke en maatschappelijke ontwikkelingen na de oorlog. Hier werd onder meer de kiem gelegd voor de oprichting van de Partij van de Arbeid. In de zomer van 1943 werd De Quay vrijgelaten, waarna hij vanuit een onderduikadres deelnam aan illegale activiteiten. Op voorspraak van de koningin werd De Quay in april 1945 benoemd tot minister van Oorlog in het nieuwe kabinet van Gerbrandy.
Commissaris van de koningin
Na de oorlog trad Jan de Quay aan als commissaris van de koningin in Noord-Brabant. Zijn 13 jaar als commissaris van de koningin worden algemeen beschouwd als de gelukkigste van zijn leven. Als rasechte Brabander voelde hij zich in zijn element. Hij toonde zich een bekwaam bestuurder en een goed onderhandelaar, met belangrijke verdiensten voor de steeds verder industrialiserende provincie. Hij ijverde met succes voor de komst van een Technische Hogeschool in Eindhoven en gaf met de door hem gestimuleerde oprichting van het Brabants Orkest en het Zuidelijk Toneel ook een impuls aan het culturele leven in de provincie - én aan het groeiend zelfbewustzijn van veel Noord-Brabanders.
De laatste jaren van zijn leven bracht Jan de Quay door op het familielandgoed De Hierschenhof in Beers. Daar staat, bij de ingang, nog een standbeeld van hem.
Jan de Quay overleed op 4 juli 1985. Hij ligt begraven op de begraafplaats van Beers.